Real Madrid en Manchester City zorgden dinsdagavond voor een beklijvend kijkstuk in hun heenwedstrijd in de halve finale van de Champions League. Daarin bleken de twee grootmachten elkaar waard en met een 1-1 ligt alles nog open voor de terugwedstrijd. De hoofdrollen werden opgeëist door Vinicius Junior en Kevin De Bruyne, die met knappe goals de eindstand vastlegden.
Voor één keer stond dus niet Erling Haaland aan het kanon bij Man City. De Noorse doelpuntenmachine bleef opvallend onzichtbaar in het Bernabeu en dat blijkt ook uit de statistieken. Van de 22 spelers die aan de aftrap kwamen, was niemand minder in het spel betrokken dan Haaland. Hij raakte in de hele wedstrijd amper 21 keer de bal, enkel de invallers Nacho, Asensio en Tchouameni lieten minder baltoetsen noteren.